Vertaling van verbouwen
ombouwen {ww.}
ik bouw om
jij bouwt om
hij/zij/het bouwt om
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
» meer vervoegingen van verbouwen
vertimmeren
verspijkeren {ww.}
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
» meer vervoegingen van verbouwen
ombouwen {ww.}
ik bouw om
jij bouwt om
hij/zij/het bouwt om
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
» meer vervoegingen van verbouwen
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
» meer vervoegingen van verbouwen
vernielen
verruïneren
verrinneweren
verminken
vermassacreren
stukmaken
ruïneren
reneweren {ww.}
ik reneweer
jij reneweert
hij/zij/het reneweert
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
» meer vervoegingen van verbouwen
verbouwen
telen
aankweken
beschaven
bebouwen {ww.}
ik kweek aan
jij kweekt aan
hij/zij/het kweekt aan
ik kweek
jij kweekt
hij/zij/het kweekt
» meer vervoegingen van kweken