Vertaling van telen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
kweken, verbouwen, telen, aankweken, beschaven, bebouwen {ww.}
kweken
verbouwen
telen
aankweken
beschaven
bebouwen {ww.}
verbouwen
telen
aankweken
beschaven
bebouwen {ww.}
ik kweek aan
jij kweekt aan
hij/zij/het kweekt aan
ik kweek
jij kweekt
hij/zij/het kweekt
» meer vervoegingen van kweken
We verbouwen tarwe hier.
We verbouwen tarwe hier.
Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.
Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.
telen, opfokken, fokken {ww.}
telen
opfokken
fokken {ww.}
opfokken
fokken {ww.}
ik fok
jij fokt
hij/zij/het fokt
ik teel
jij teelt
hij/zij/het teelt
» meer vervoegingen van telen
planten, telen {ww.}
planten
telen {ww.}
telen {ww.}
ik plant
jij plant
hij/zij/het plant
ik plant
jij plant
hij/zij/het plant
» meer vervoegingen van planten
Planten groeien snel na regen.
Planten groeien snel na regen.
Water is onmisbaar voor planten.
Water is onmisbaar voor planten.