Vertaling van mollen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
mol (mv. mollen), molteken [o] {zn.}
mol (mv. mollen)
molteken [o] {zn.}
grammolecuul, mol (mv. mollen) {zn.}
grammolecuul
mol (mv. mollen) {zn.}
mol (mv. mollen) [m] {zn.}
mol (mv. mollen) [m] {zn.}
Mol {eigenn.}
Mol {eigenn.}
kapotmaken, moeren, mollen {ww.}
kapotmaken
moeren
mollen {ww.}

ik maak kapot
jij maakt kapot
hij/zij/het maakt kapot

ik maak kapot
jij maakt kapot
hij/zij/het maakt kapot
» meer vervoegingen van kapotmaken

mol [m] (de ~), egel [m] (de ~) {zn.}
mol [m] (de ~)
egel [m] (de ~) {zn.}
molteken, mol [m] (de ~) {zn.}
molteken
mol [m] (de ~) {zn.}
mol (mv. mollen) {zn.}
mol (mv. mollen) {zn.}
mol (mv. mollen) [m] (de ~) {zn.}
mol (mv. mollen) [m] (de ~) {zn.}
infiltrant [m] (de ~), indringer, mol (mv. mollen) {zn.}
infiltrant [m] (de ~)
indringer
mol (mv. mollen) {zn.}


Gerelateerd aan mollen

mol - molteken - grammolecuul - Mol - kapotmaken - moeren - egel - infiltrant - indringerbeschadigen - zoogdier - teken - bont - eenheid - spion