Vertaling van teken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
teken [o], voorteken [o] {zn.}
teken [o]
voorteken [o] {zn.}
Een naam is een voorteken
Een naam is een voorteken
Wat betekend dit teken?
Wat betekend dit teken?
teken [o], signaal, sein {zn.}
teken [o]
signaal
sein {zn.}
Waarom teken je bloemen?
Waarom teken je bloemen?
Teken een kleine cirkel.
Teken een kleine cirkel.
teken [o], verschijnsel, symptoom {zn.}
teken [o]
verschijnsel
symptoom {zn.}
Teken van perfectie
Teken van perfectie
Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.
Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.
teken [o], bewijs [o], adstructie [v] {zn.}
teken [o]
bewijs [o]
adstructie [v] {zn.}
teken [o], bewijs [o], wenk, merkteken [o], blijk [o] {zn.}
teken [o]
bewijs [o]
wenk
merkteken [o]
blijk [o] {zn.}
tekenen, merken {ww.}
tekenen
merken {ww.}

ik merk
jij merkt
hij/zij/het merkt

ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen

De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
trekken, tekenen, uittekenen, aftekenen {ww.}
trekken
tekenen
uittekenen
aftekenen {ww.}

ik teken af
jij tekent af
hij/zij/het tekent af

ik trek
jij trekt
hij/zij/het trekt
» meer vervoegingen van trekken

Mary begon haar kleren uit te trekken.
Mary begon haar kleren uit te trekken.
Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.
Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.
tekenen, typeren, kenmerken, karakteriseren {ww.}
tekenen
typeren
kenmerken
karakteriseren {ww.}

ik karakteriseer
jij karakteriseert
hij/zij/het karakteriseert

ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen

Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.
Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.
aanduiden, aangeven, een teken geven, merken, kenmerken, tekenen {ww.}
aanduiden
aangeven
een teken geven
merken
kenmerken
tekenen {ww.}

ik duid aan
jij duidt aan
hij/zij/het duidt aan

ik duid aan
jij duidt aan
hij/zij/het duidt aan
» meer vervoegingen van aanduiden

onderschrijven, tekenen, ondertekenen {ww.}
onderschrijven
tekenen
ondertekenen {ww.}

ik onderschrijf
jij onderschrijft
hij/zij/het onderschrijft

ik onderschrijf
jij onderschrijft
hij/zij/het onderschrijft
» meer vervoegingen van onderschrijven



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Wat betekend dit teken?

Wat betekend dit teken?

Waarom teken je bloemen?

Waarom teken je bloemen?

Teken een kleine cirkel.

Teken een kleine cirkel.

Teken van perfectie

Teken van perfectie

Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.

Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.

In dit teken zul je overwinnen (overwinnaar zijn)

In dit teken zul je overwinnen (overwinnaar zijn)