Vertaling van tekenen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
tekenen, merken {ww.}
tekenen
merken {ww.}

ik merk
jij merkt
hij/zij/het merkt

ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen

De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
tekenen, typeren, kenmerken, karakteriseren {ww.}
tekenen
typeren
kenmerken
karakteriseren {ww.}

ik karakteriseer
jij karakteriseert
hij/zij/het karakteriseert

ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen

Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.
Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.
tekenen, aangeven, merken, aanduiden, kenmerken, een teken geven {ww.}
tekenen
aangeven
merken
aanduiden
kenmerken
een teken geven {ww.}

ik duid aan
jij duidt aan
hij/zij/het duidt aan

ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen

Ik ga jou aangeven bij de politie.
Ik ga jou aangeven bij de politie.
Ze heeft op alles en iedereen iets aan te merken.
Ze heeft op alles en iedereen iets aan te merken.
tekenen, ondertekenen, onderschrijven {ww.}
tekenen
ondertekenen
onderschrijven {ww.}

ik onderschrijf
jij onderschrijft
hij/zij/het onderschrijft

ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen

trekken, tekenen, uittekenen, aftekenen {ww.}
trekken
tekenen
uittekenen
aftekenen {ww.}

ik teken af
jij tekent af
hij/zij/het tekent af

ik trek
jij trekt
hij/zij/het trekt
» meer vervoegingen van trekken

Mary begon haar kleren uit te trekken.
Mary begon haar kleren uit te trekken.
Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.
Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.
bewijs [o], blijk [o], teken (mv. tekenen) [o], merkteken [o], wenk {zn.}
bewijs [o]
blijk [o]
teken (mv. tekenen) [o]
merkteken [o]
wenk {zn.}
teken (mv. tekenen) [o], voorteken [o] {zn.}
teken (mv. tekenen) [o]
voorteken [o] {zn.}
Een naam is een voorteken
Een naam is een voorteken
Wat betekend dit teken?
Wat betekend dit teken?
teken (mv. tekenen) [o], signaal, sein {zn.}
teken (mv. tekenen) [o]
signaal
sein {zn.}
Waarom teken je bloemen?
Waarom teken je bloemen?
Teken een kleine cirkel.
Teken een kleine cirkel.
teken (mv. tekenen) [o], verschijnsel, symptoom {zn.}
teken (mv. tekenen) [o]
verschijnsel
symptoom {zn.}
Teken van perfectie
Teken van perfectie
Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.
Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.
adstructie [v], bewijs [o], teken (mv. tekenen) [o] {zn.}
adstructie [v]
bewijs [o]
teken (mv. tekenen) [o] {zn.}
teken (mv. tekenen) {zn.}
teken (mv. tekenen) {zn.}
sterrenbeeld [o] (het ~), teken (mv. tekenen) {zn.}
sterrenbeeld [o] (het ~)
teken (mv. tekenen) {zn.}
teken (mv. tekenen), symbool [o] (het ~) {zn.}
teken (mv. tekenen)
symbool [o] (het ~) {zn.}
teken (mv. tekenen) [o] (het ~) {zn.}
teken (mv. tekenen) [o] (het ~) {zn.}
teken (mv. tekenen) [o] (het ~) {zn.}
teken (mv. tekenen) [o] (het ~) {zn.}
omen [o] (het ~), prognosticum, teken (mv. tekenen), voorteken [o] (het ~) {zn.}
omen [o] (het ~)
prognosticum
teken (mv. tekenen)
voorteken [o] (het ~) {zn.}
teken (mv. tekenen), zinnebeeld [o] (het ~), symbool [o] (het ~) {zn.}
teken (mv. tekenen)
zinnebeeld [o] (het ~)
symbool [o] (het ~) {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.

De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.

Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.

Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.

Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.

Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.