Vertaling van tekenen
merken {ww.}
ik merk
jij merkt
hij/zij/het merkt
ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen
typeren
kenmerken
karakteriseren {ww.}
ik karakteriseer
jij karakteriseert
hij/zij/het karakteriseert
ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen
aangeven
merken
aanduiden
kenmerken
een teken geven {ww.}
ik duid aan
jij duidt aan
hij/zij/het duidt aan
ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen
ondertekenen
onderschrijven {ww.}
ik onderschrijf
jij onderschrijft
hij/zij/het onderschrijft
ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen
tekenen
uittekenen
aftekenen {ww.}
ik teken af
jij tekent af
hij/zij/het tekent af
ik trek
jij trekt
hij/zij/het trekt
» meer vervoegingen van trekken
blijk
teken (mv. tekenen)
merkteken
wenk {zn.}
voorteken {zn.}
signaal
sein {zn.}
verschijnsel
symptoom {zn.}
bewijs
teken (mv. tekenen) {zn.}
teken (mv. tekenen) {zn.}
symbool {zn.}
prognosticum
teken (mv. tekenen)
voorteken {zn.}
zinnebeeld
symbool {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.
Vroeger vroegen de kleintjes me een schaap voor ze te tekenen, nu willen ze dat ik ze leer hoe je een commit doet. Tijden veranderen.