Vertaling van aanduiden

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
wijzen, aangeven, aanwijzen, aanduiden, uitduiden {ww.}
wijzen
aangeven
aanwijzen
aanduiden
uitduiden {ww.}

ik zal aanduiden
jij zult aanduiden
hij/zij/het zal aanduiden

ik zal wijzen
jij zult wijzen
hij/zij/het zal wijzen
» meer vervoegingen van wijzen

Ik ga jou aangeven bij de politie.
Ik ga jou aangeven bij de politie.
Dat kan ik je aanwijzen!
Dat kan ik je aanwijzen!
aanduiden {ww.}
aanduiden {ww.}

ik zal aanduiden
jij zult aanduiden
hij/zij/het zal aanduiden

ik zal aanduiden
jij zult aanduiden
hij/zij/het zal aanduiden
» meer vervoegingen van aanduiden

Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag…
Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag…
aanduiden, uitdrukken, ventileren, luchten {ww.}
aanduiden
uitdrukken
ventileren
luchten {ww.}

ik zal aanduiden
jij zult aanduiden
hij/zij/het zal aanduiden

ik zal aanduiden
jij zult aanduiden
hij/zij/het zal aanduiden
» meer vervoegingen van aanduiden

Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
tekenen, aangeven, merken, aanduiden, kenmerken, een teken geven {ww.}
tekenen
aangeven
merken
aanduiden
kenmerken
een teken geven {ww.}

ik zal aanduiden
jij zult aanduiden
hij/zij/het zal aanduiden

ik zal tekenen
jij zult tekenen
hij/zij/het zal tekenen
» meer vervoegingen van tekenen

De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
tonen, aangeven, aanduiden, indiceren {ww.}
tonen
aangeven
aanduiden
indiceren {ww.}

ik zal aanduiden
jij zult aanduiden
hij/zij/het zal aanduiden

ik zal tonen
jij zult tonen
hij/zij/het zal tonen
» meer vervoegingen van tonen

Ik wil je iets tonen.
Ik wil je iets tonen.
Laat me je iets tonen.
Laat me je iets tonen.


Gerelateerd aan aanduiden

wijzen - aangeven - aanwijzen - uitduiden - uitdrukken - ventileren - luchten - tekenen - merken - kenmerken - een teken geven - tonen - indicerenbehelzen - uiten - weergeven - tonen