Vertaling van indiceren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
tonen, aangeven, aanduiden, indiceren {ww.}
tonen
aangeven
aanduiden
indiceren {ww.}
aangeven
aanduiden
indiceren {ww.}
ik duid aan
jij duidt aan
hij/zij/het duidt aan
ik toon
jij toont
hij/zij/het toont
» meer vervoegingen van tonen
Ik wil je iets tonen.
Ik wil je iets tonen.
Laat me je iets tonen.
Laat me je iets tonen.
indexeren, indiceren {ww.}
indexeren
indiceren {ww.}
indiceren {ww.}
ik indexeer
jij indexeert
hij/zij/het indexeert
ik indexeer
jij indexeert
hij/zij/het indexeert
» meer vervoegingen van indexeren