Vertaling van uiten
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
uiten, uitdrijven, uithalen, uitbrengen, slaken, ontlokken {ww.}
uiten
uitdrijven
uithalen
uitbrengen
slaken
ontlokken {ww.}
uitdrijven
uithalen
uitbrengen
slaken
ontlokken {ww.}
ik ontlok
jij ontlokt
hij/zij/het ontlokt
ik uit
jij uit
hij/zij/het uit
» meer vervoegingen van uiten
uiten {ww.}
uiten {ww.}
ik uit
jij uit
hij/zij/het uit
ik uit
jij uit
hij/zij/het uit
» meer vervoegingen van uiten
uitdrukken, verwoorden, uitspreken, uiten, opperen, betuigen {ww.}
uitdrukken
verwoorden
uitspreken
uiten
opperen
betuigen {ww.}
verwoorden
uitspreken
uiten
opperen
betuigen {ww.}
ik betuig
jij betuigt
hij/zij/het betuigt
ik druk uit
jij drukt uit
hij/zij/het drukt uit
» meer vervoegingen van uitdrukken
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
uiten {ww.}
uiten {ww.}
ik uit
jij uit
hij/zij/het uit
ik uit
jij uit
hij/zij/het uit
» meer vervoegingen van uiten
openbaren, manifesteren, uiten {ww.}
openbaren
manifesteren
uiten {ww.}
manifesteren
uiten {ww.}
ik manifesteer
jij manifesteert
hij/zij/het manifesteert
ik openbaar
jij openbaart
hij/zij/het openbaart
» meer vervoegingen van openbaren