Vertaling van betuigen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verzekeren, betuigen {ww.}
verzekeren
betuigen {ww.}
betuigen {ww.}
ik betuig
jij betuigt
hij/zij/het betuigt
ik verzeker
jij verzekert
hij/zij/het verzekert
» meer vervoegingen van verzekeren
Iedereen kan helpen verzekeren dat de zinnen goed klinken en juist gespeld zijn.
Iedereen kan helpen verzekeren dat de zinnen goed klinken en juist gespeld zijn.
aangeven, verklaren, declareren, betuigen {ww.}
aangeven
verklaren
declareren
betuigen {ww.}
verklaren
declareren
betuigen {ww.}
ik geef aan
jij geeft aan
hij/zij/het geeft aan
ik geef aan
jij geeft aan
hij/zij/het geeft aan
» meer vervoegingen van aangeven
Ik ga jou aangeven bij de politie.
Ik ga jou aangeven bij de politie.
Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?
Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?
uitdrukken, verwoorden, uitspreken, uiten, opperen, betuigen {ww.}
uitdrukken
verwoorden
uitspreken
uiten
opperen
betuigen {ww.}
verwoorden
uitspreken
uiten
opperen
betuigen {ww.}
ik betuig
jij betuigt
hij/zij/het betuigt
ik druk uit
jij drukt uit
hij/zij/het drukt uit
» meer vervoegingen van uitdrukken
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
bewijzen, betonen, betuigen {ww.}
bewijzen
betonen
betuigen {ww.}
betonen
betuigen {ww.}
ik betoon
jij betoont
hij/zij/het betoont
ik bewijs
jij bewijst
hij/zij/het bewijst
» meer vervoegingen van bewijzen
Kunt u dat bewijzen?
Kunt u dat bewijzen?
Akten bewijzen zichzelf
Akten bewijzen zichzelf