Vertaling van uithalen

Inhoud:

Nederlands

uithalen {ww.}

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen
» meer vervoegingen van uithalen

uithalen {ww.}

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen
» meer vervoegingen van uithalen

uithalen {ww.}

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen
» meer vervoegingen van uithalen

uiten, uitdrijven, uithalen, uitbrengen, slaken, ontlokken {ww.}

uiten
uitdrijven
uithalen
uitbrengen
slaken
ontlokken {ww.}

ik zal ontlokken
jij zult ontlokken
hij/zij/het zal ontlokken

ik zal uiten
jij zult uiten
hij/zij/het zal uiten
» meer vervoegingen van uiten

trekken, uithalen, te voorschijn trekken, tappen, ontlokken {ww.}

trekken
uithalen
te voorschijn trekken
tappen
ontlokken {ww.}

ik zal ontlokken
jij zult ontlokken
hij/zij/het zal ontlokken

ik zal trekken
jij zult trekken
hij/zij/het zal trekken
» meer vervoegingen van trekken

Mary begon haar kleren uit te trekken.

Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.

uitwijken, uithalen {ww.}

uitwijken
uithalen {ww.}

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen

ik zal uitwijken
jij zult uitwijken
hij/zij/het zal uitwijken
» meer vervoegingen van uitwijken

ruimen, lichten, lenzen, uithalen, legen, ledigen {ww.}

ruimen
lichten
lenzen
uithalen
legen
ledigen {ww.}

ik zal ledigen
jij zult ledigen
hij/zij/het zal ledigen

ik zal ruimen
jij zult ruimen
hij/zij/het zal ruimen
» meer vervoegingen van ruimen

We hebben ook lenzen in ons assortiment.

Plots gingen de lichten uit.

uitpakken, uithalen {ww.}

uitpakken
uithalen {ww.}

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen

ik zal uitpakken
jij zult uitpakken
hij/zij/het zal uitpakken
» meer vervoegingen van uitpakken