Vertaling van ontlokken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
uiten, uitdrijven, uithalen, uitbrengen, slaken, ontlokken {ww.}
uiten
uitdrijven
uithalen
uitbrengen
slaken
ontlokken {ww.}
uitdrijven
uithalen
uitbrengen
slaken
ontlokken {ww.}
ik ontlok
jij ontlokt
hij/zij/het ontlokt
ik uit
jij uit
hij/zij/het uit
» meer vervoegingen van uiten
trekken, uithalen, te voorschijn trekken, tappen, ontlokken {ww.}
trekken
uithalen
te voorschijn trekken
tappen
ontlokken {ww.}
uithalen
te voorschijn trekken
tappen
ontlokken {ww.}
ik ontlok
jij ontlokt
hij/zij/het ontlokt
ik trek
jij trekt
hij/zij/het trekt
» meer vervoegingen van trekken
Mary begon haar kleren uit te trekken.
Mary begon haar kleren uit te trekken.
Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.
Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.
ontlokken {ww.}
ontlokken {ww.}
ik ontlok
jij ontlokt
hij/zij/het ontlokt
ik ontlok
jij ontlokt
hij/zij/het ontlokt
» meer vervoegingen van ontlokken