Vertaling van uitbrengen
ruchtbaar maken {ww.}
ik zal uitbrengen
ik zou uitbrengen
jij zult uitbrengen
ik zal uitbrengen
ik zou uitbrengen
jij zult uitbrengen
» meer vervoegingen van uitbrengen
uitdrijven
uithalen
uitbrengen
slaken
ontlokken {ww.}
ik zal ontlokken
jij zult ontlokken
hij/zij/het zal ontlokken
ik zal uiten
jij zult uiten
hij/zij/het zal uiten
» meer vervoegingen van uiten
etaleren
uitbrengen
blootstellen {ww.}
ik zal blootstellen
jij zult blootstellen
hij/zij/het zal blootstellen
ik zal uitstallen
jij zult uitstallen
hij/zij/het zal uitstallen
» meer vervoegingen van uitstallen
publiceren
uitgeven {ww.}
ik zal publiceren
ik zou publiceren
jij zult publiceren
ik zal uitbrengen
ik zou uitbrengen
jij zult uitbrengen
» meer vervoegingen van uitbrengen
ik zal uitbrengen
ik zou uitbrengen
jij zult uitbrengen
ik zal uitbrengen
ik zou uitbrengen
jij zult uitbrengen
» meer vervoegingen van uitbrengen
maken
uitvoeren
uitrichten
uitbrengen
bedrijven
aanmaken {ww.}
ik zal aanmaken
ik zou aanmaken
jij zult aanmaken
ik zal doen
ik zou doen
jij zult doen
» meer vervoegingen van doen
zeggen
uitbrengen {ww.}
ik zal spreken
ik zou spreken
jij zult spreken
ik zal spreken
ik zou spreken
jij zult spreken
» meer vervoegingen van spreken