Vertaling van uitdrijven

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
uiten, uitdrijven, uithalen, uitbrengen, slaken, ontlokken {ww.}
uiten
uitdrijven
uithalen
uitbrengen
slaken
ontlokken {ww.}

ik zal ontlokken
jij zult ontlokken
hij/zij/het zal ontlokken

ik zal uiten
jij zult uiten
hij/zij/het zal uiten
» meer vervoegingen van uiten

verbannen, uitwijzen, uitdrijven, uitjagen, naar buiten jagen {ww.}
verbannen
uitwijzen
uitdrijven
uitjagen
naar buiten jagen {ww.}

ik zal uitdrijven
ik zou uitdrijven
jij zult uitdrijven

ik zal verbannen
ik zou verbannen
jij zult verbannen
» meer vervoegingen van verbannen

We hebben hem uit het land verbannen.
We hebben hem uit het land verbannen.
wegjagen, wegdrijven, verdrijven, verjagen, uitdrijven {ww.}
wegjagen
wegdrijven
verdrijven
verjagen
uitdrijven {ww.}

ik zal uitdrijven
ik zou uitdrijven
jij zult uitdrijven

ik zal wegjagen
ik zou wegjagen
jij zult wegjagen
» meer vervoegingen van wegjagen

uitdrijven {ww.}
uitdrijven {ww.}

ik zal uitdrijven
ik zou uitdrijven
jij zult uitdrijven

ik zal uitdrijven
ik zou uitdrijven
jij zult uitdrijven
» meer vervoegingen van uitdrijven

uitbannen, exorciseren, bannen, bezweren, uitdrijven {ww.}
uitbannen
exorciseren
bannen
bezweren
uitdrijven {ww.}

ik zal bannen
ik zou bannen
jij zult bannen

ik zal uitbannen
ik zou uitbannen
jij zult uitbannen
» meer vervoegingen van uitbannen