Vertaling van openbaren
kenbaar maken {ww.}
ik openbaar
jij openbaart
hij/zij/het openbaart
ik openbaar
jij openbaart
hij/zij/het openbaart
» meer vervoegingen van openbaren
ik openbaar
jij openbaart
hij/zij/het openbaart
ik openbaar
jij openbaart
hij/zij/het openbaart
» meer vervoegingen van openbaren
openbaren
loslaten {ww.}
ik laat los
jij laat los
hij/zij/het laat los
ik onthul
jij onthult
hij/zij/het onthult
» meer vervoegingen van onthullen
openbaren {ww.}
ik ontwikkel
jij ontwikkelt
hij/zij/het ontwikkelt
ik ontwikkel
jij ontwikkelt
hij/zij/het ontwikkelt
» meer vervoegingen van ontwikkelen
manifesteren
uiten {ww.}
ik manifesteer
jij manifesteert
hij/zij/het manifesteert
ik openbaar
jij openbaart
hij/zij/het openbaart
» meer vervoegingen van openbaren
openbaren
uitgieten
onthullen
reveleren
ontsluieren
ontboezemen
blootleggen {ww.}
ik leg bloot
jij legt bloot
hij/zij/het legt bloot
ik stort uit
jij stort uit
hij/zij/het stort uit
» meer vervoegingen van uitstorten