Vertaling van wenk

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
wenk {zn.}
wenk {zn.}
wenk [m] (de ~) {zn.}
wenk [m] (de ~) {zn.}
hoofdknik, wenk, knik {zn.}
hoofdknik
wenk
knik {zn.}
teken [o], bewijs [o], wenk, merkteken [o], blijk [o] {zn.}
teken [o]
bewijs [o]
wenk
merkteken [o]
blijk [o] {zn.}
Wat betekend dit teken?
Wat betekend dit teken?
Waarom teken je bloemen?
Waarom teken je bloemen?
tip, wenk, suggestie [v] {zn.}
tip
wenk
suggestie [v] {zn.}
Ze gaf hem de tip af te vallen.
Ze gaf hem de tip af te vallen.
wenken {ww.}
wenken {ww.}

ik wenk
jij wenkt
hij/zij/het wenkt

ik wenk
jij wenkt
hij/zij/het wenkt
» meer vervoegingen van wenken

wenken {ww.}
wenken {ww.}

ik wenk
jij wenkt
hij/zij/het wenkt

ik wenk
jij wenkt
hij/zij/het wenkt
» meer vervoegingen van wenken



Gerelateerd aan wenk

hoofdknik - knik - teken - bewijs - merkteken - blijk - tip - suggestie - wenkengebaar - uiting - gebaren