Vertaling van versturen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
versturen, wegzenden, wegsturen, verzenden, uitsturen, afzenden {ww.}
versturen
wegzenden
wegsturen
verzenden
uitsturen
afzenden {ww.}
wegzenden
wegsturen
verzenden
uitsturen
afzenden {ww.}
ik zend af
jij zendt af
hij/zij/het zendt af
ik verstuur
jij verstuurt
hij/zij/het verstuurt
» meer vervoegingen van versturen
Kan je het naar New York versturen?
Kan je het naar New York versturen?
opsturen, versturen, wegsturen, verzenden, expediëren, afzenden {ww.}
opsturen
versturen
wegsturen
verzenden
expediëren
afzenden {ww.}
versturen
wegsturen
verzenden
expediëren
afzenden {ww.}
ik zend af
jij zendt af
hij/zij/het zendt af
ik stuur op
jij stuurt op
hij/zij/het stuurt op
» meer vervoegingen van opsturen
Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.
Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.