Vertaling van vervoeren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
rijden, vervoeren, chaufferen {ww.}
rijden
vervoeren
chaufferen {ww.}
vervoeren
chaufferen {ww.}
ik chauffeer
jij chauffeert
hij/zij/het chauffeert
ik rijd
jij rijdt
hij/zij/het rijdt
» meer vervoegingen van rijden
Ik wil niet rijden.
Ik wil niet rijden.
Te snel rijden is gevaarlijk.
Te snel rijden is gevaarlijk.
voeren, vervoeren, transporteren, overbrengen {ww.}
voeren
vervoeren
transporteren
overbrengen {ww.}
vervoeren
transporteren
overbrengen {ww.}
ik overbreng
jij overbrengt
hij/zij/het overbrengt
ik voer
jij voert
hij/zij/het voert
» meer vervoegingen van voeren
Laat mij het woord voeren.
Laat mij het woord voeren.
Wij voeren koffie in uit Brazilië.
Wij voeren koffie in uit Brazilië.
transporteren, vervoeren {ww.}
transporteren
vervoeren {ww.}
vervoeren {ww.}
ik transporteer
jij transporteert
hij/zij/het transporteert
ik transporteer
jij transporteert
hij/zij/het transporteert
» meer vervoegingen van transporteren