Vertaling van vertoog
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
vertoog, redevoering {zn.}
vertoog
redevoering {zn.}
redevoering {zn.}
betogen, vertogen, argumenteren {ww.}
betogen
vertogen
argumenteren {ww.}
vertogen
argumenteren {ww.}
ik argumenteer
jij argumenteert
hij/zij/het argumenteert
ik betoog
jij betoogt
hij/zij/het betoogt
» meer vervoegingen van betogen
betoog , vertoog {zn.}
betoog
vertoog {zn.}
vertoog {zn.}