Vertaling van verzadigen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verzadigen, doortrekken {ww.}
verzadigen
doortrekken {ww.}
doortrekken {ww.}
ik doortrek
jij doortrekt
hij/zij/het doortrekt
ik verzadig
jij verzadigt
hij/zij/het verzadigt
» meer vervoegingen van verzadigen
verzadigen {ww.}
verzadigen {ww.}
ik verzadig
jij verzadigt
hij/zij/het verzadigt
ik verzadig
jij verzadigt
hij/zij/het verzadigt
» meer vervoegingen van verzadigen
verzaden, verzadigen, bevredigen {ww.}
verzaden
verzadigen
bevredigen {ww.}
verzadigen
bevredigen {ww.}
ik bevredig
jij bevredigt
hij/zij/het bevredigt
ik verzaad
jij verzaadt
hij/zij/het verzaadt
» meer vervoegingen van verzaden
verzadigen {ww.}
verzadigen {ww.}
ik verzadig
jij verzadigt
hij/zij/het verzadigt
ik verzadig
jij verzadigt
hij/zij/het verzadigt
» meer vervoegingen van verzadigen
verzadigen {ww.}
verzadigen {ww.}
ik verzadig
jij verzadigt
hij/zij/het verzadigt
ik verzadig
jij verzadigt
hij/zij/het verzadigt
» meer vervoegingen van verzadigen