Vertaling van voortrekken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
voortrekken, bevoordelen, voorstaan, begunstigen {ww.}
voortrekken
bevoordelen
voorstaan
begunstigen {ww.}
bevoordelen
voorstaan
begunstigen {ww.}
ik zal begunstigen
jij zult begunstigen
hij/zij/het zal begunstigen
ik zal voortrekken
jij zult voortrekken
hij/zij/het zal voortrekken
» meer vervoegingen van voortrekken
voortrekken, prefereren, verkiezen, de voorkeur geven aan {ww.}
voortrekken
prefereren
verkiezen
de voorkeur geven aan {ww.}
prefereren
verkiezen
de voorkeur geven aan {ww.}
ik zal prefereren
ik zou prefereren
jij zult prefereren
ik zal voortrekken
ik zou voortrekken
jij zult voortrekken
» meer vervoegingen van voortrekken
voortrekken {ww.}
voortrekken {ww.}
ik zal voortrekken
ik zou voortrekken
jij zult voortrekken
ik zal voortrekken
ik zou voortrekken
jij zult voortrekken
» meer vervoegingen van voortrekken