Vertaling van woongelegenheid
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
woongelegenheid {zn.}
woongelegenheid {zn.}
woning , behuizing , woonruimte , woongelegenheid {zn.}
woning
behuizing
woonruimte
woongelegenheid {zn.}
behuizing
woonruimte
woongelegenheid {zn.}
Hij woont in een woning.
Hij woont in een woning.
Mijn woning is op de vierde verdieping.
Mijn woning is op de vierde verdieping.