Vertaling van zaliger
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
zaliger {bn.}
zaliger {bn.}
wijlen, zaliger {bn.}
wijlen
zaliger {bn.}
zaliger {bn.}
kassiewijlen, ontslapen, ontzield, overleden, wijlen, zaliger, dood, zielloos, levenloos {bn.}
kassiewijlen
ontslapen
ontzield
overleden
wijlen
zaliger
dood
zielloos
levenloos {bn.}
ontslapen
ontzield
overleden
wijlen
zaliger
dood
zielloos
levenloos {bn.}