Vertaling van dood

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
dood, levenloos, onbezield, zielloos {bn.}
dood
levenloos
onbezield
zielloos {bn.}
dood [m], overlijden [o], heengaan, verscheiden, sterfgeval [o] {zn.}
dood [m]
overlijden [o]
heengaan
verscheiden
sterfgeval [o] {zn.}
Dood?
Dood?
Dood het met vuur!
Dood het met vuur!
afgestorven, dood, overleden, ter ziele {bn.}
afgestorven
dood
overleden
ter ziele {bn.}
dood [m] (de ~) {zn.}
dood [m] (de ~) {zn.}
De papegaai is dood.
De papegaai is dood.
De hond is dood.
De hond is dood.
dood, overlijden [o] (het ~), verscheiden, heengaan {zn.}
dood
overlijden [o] (het ~)
verscheiden
heengaan {zn.}
De hond was dood.
De hond was dood.
De spin is dood.
De spin is dood.
dood {bn.}
dood {bn.}
doden, ombrengen, doodmaken {ww.}
doden
ombrengen
doodmaken {ww.}

ik dood
jij doodt
hij/zij/het doodt

ik dood
jij doodt
hij/zij/het doodt
» meer vervoegingen van doden

Hoeveel doden?
Hoeveel doden?
Pistolen doden geen mensen. Mensen doden mensen.
Pistolen doden geen mensen. Mensen doden mensen.
kassiewijlen, ontslapen, ontzield, overleden, wijlen, zaliger, dood, zielloos, levenloos {bn.}
kassiewijlen
ontslapen
ontzield
overleden
wijlen
zaliger
dood
zielloos
levenloos {bn.}
doden, kapotmaken, doodmaken {ww.}
doden
kapotmaken
doodmaken {ww.}

ik dood
jij doodt
hij/zij/het doodt

ik dood
jij doodt
hij/zij/het doodt
» meer vervoegingen van doden

Ze zullen me doden.
Ze zullen me doden.
Waarom doden mensen zichzelf?
Waarom doden mensen zichzelf?
doden, verdrijven {ww.}
doden
verdrijven {ww.}

ik dood
jij doodt
hij/zij/het doodt

ik dood
jij doodt
hij/zij/het doodt
» meer vervoegingen van doden

De aardbeving heeft ook honderdvijftig doden veroorzaakt.
De aardbeving heeft ook honderdvijftig doden veroorzaakt.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Dood?

Dood?

De papegaai is dood.

De papegaai is dood.

De hond is dood.

De hond is dood.

Ze is dood.

Ze is dood.

Dood het met vuur!

Dood het met vuur!

De hond was dood.

De hond was dood.

De spin is dood.

De spin is dood.

Hij stierf een natuurlijke dood.

Hij stierf een natuurlijke dood.

Hij werd ter dood veroordeeld.

Hij werd ter dood veroordeeld.

Niemand kan de dood vermijden.

Niemand kan de dood vermijden.

Zijn beide ouders zijn dood.

Zijn beide ouders zijn dood.

Niemand kan de dood vermijden.

Niemand kan de dood vermijden.

Uw dood is mijn leven.

Uw dood is mijn leven.

Mijn beide ouders zijn dood.

Mijn beide ouders zijn dood.

Mijn beide ouders zijn dood.

Mijn beide ouders zijn dood.