Vertaling van zeil

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
zeil [o] {zn.}
zeil [o] {zn.}
zeil [o], tentzeil, tentdoek {zn.}
zeil [o]
tentzeil
tentdoek {zn.}
zeil [o] {zn.}
zeil [o] {zn.}
zeil [o] {zn.}
zeil [o] {zn.}
zeil [o] {zn.}
zeil [o] {zn.}
velum [o], zeil, teerdoek {zn.}
velum [o]
zeil
teerdoek {zn.}
zeilen {ww.}
zeilen {ww.}

ik zeil
jij zeilt
hij/zij/het zeilt

ik zeil
jij zeilt
hij/zij/het zeilt
» meer vervoegingen van zeilen

zeilen {ww.}
zeilen {ww.}

ik zeil
jij zeilt
hij/zij/het zeilt

ik zeil
jij zeilt
hij/zij/het zeilt
» meer vervoegingen van zeilen

Ik zou graag rond de wereld zeilen.
Ik zou graag rond de wereld zeilen.
Vind je het leuk om te gaan zeilen?
Vind je het leuk om te gaan zeilen?
zeilen, drijven, zweven {ww.}
zeilen
drijven
zweven {ww.}

ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft

ik zeil
jij zeilt
hij/zij/het zeilt
» meer vervoegingen van zeilen

Het recht tot op de spits drijven is het onrecht tot op de spits drijven
Het recht tot op de spits drijven is het onrecht tot op de spits drijven


Gerelateerd aan zeil

tentzeil - tentdoek - velum - teerdoek - zeilen - drijven - zwevenvaren - voortbewegen