Vertaling van zwijmel
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
zwijmel, duizeligheid , duizeling , draaierigheid {zn.}
zwijmel
duizeligheid
duizeling
draaierigheid {zn.}
duizeligheid
duizeling
draaierigheid {zn.}
dronkenschap , zwijmel, roes, zatheid , beschonkenheid {zn.}
dronkenschap
zwijmel
roes
zatheid
beschonkenheid {zn.}
zwijmel
roes
zatheid
beschonkenheid {zn.}
De politie arresteerde hem wegens dronkenschap achter het stuur.
De politie arresteerde hem wegens dronkenschap achter het stuur.
zwijmelen, in vervoering raken {ww.}
zwijmelen
in vervoering raken {ww.}
in vervoering raken {ww.}
ik zwijmel
jij zwijmelt
hij/zij/het zwijmelt
ik zwijmel
jij zwijmelt
hij/zij/het zwijmelt
» meer vervoegingen van zwijmelen
duizelig zijn, zwijmelen, draaierig zijn {ww.}
duizelig zijn
zwijmelen
draaierig zijn {ww.}
zwijmelen
draaierig zijn {ww.}
ik zwijmel
jij zwijmelt
hij/zij/het zwijmelt
ik zwijmel
jij zwijmelt
hij/zij/het zwijmelt
» meer vervoegingen van zwijmelen
zwijmelen {ww.}
zwijmelen {ww.}
ik zwijmel
jij zwijmelt
hij/zij/het zwijmelt
ik zwijmel
jij zwijmelt
hij/zij/het zwijmelt
» meer vervoegingen van zwijmelen
wiebelen, zwijmelen, wankelen {ww.}
wiebelen
zwijmelen
wankelen {ww.}
zwijmelen
wankelen {ww.}
ik wankel
jij wankelt
hij/zij/het wankelt
ik wiebel
jij wiebelt
hij/zij/het wiebelt
» meer vervoegingen van wiebelen