Vertaling van gast

Inhoud:

Nederlands
Portugees
gast [m], introducé [m], logé [m] {zn.}
hóspede
visita
freguês
Je bent onze gast van de week.
Você é nossa hóspede da semana.
man [m], manspersoon [m], vent [m], kerel, manmens, gozer, gast {zn.}
homem
macho
varão
Hebt u deze man gezien?
Você viram este homem?
Ik heb de man zien springen.
Vi o homem pular.


Gerelateerd aan gast

introducé - logé - man - manspersoon - vent - kerel - manmens - gozer