Vertaling van rijst

Inhoud:

Nederlands
Portugees
rijst [m] {zn.}
arroz
Heb je rijst?
Você tem arroz?
Ze eten veel rijst.
Eles comem muito arroz.
rijzen, wassen {ww.}
elevar-se
subir
altear
opzetten, rijzen, uitdijen, zwellen, opzwellen {ww.}
tufar
inchar
intumescer
engrossar
opgaan, opkomen, opstaan, rijzen, stijgen, verrijzen, wassen {ww.}
levantar-se
oplopen, rijzen, stijgen {ww.}
elevar-se
subir
altear
klimmen, naar boven gaan, rijzen, stijgen, bestijgen {ww.}
subir
ascender
Een beer kan in een boom klimmen.
Ursos conseguem subir em árvores.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Heb je rijst?

Você tem arroz?

Ze eten veel rijst.

Eles comem muito arroz.

Ik ben rijst aan het eten.

Estou comendo arroz.

De kwaliteit van de rijst vermindert.

A qualidade do arroz está caindo.

Ik wil geen gekookte rijst eten.

Não quero comer arroz cozido.

Wil je noedels of rijst eten?

Você quer comer macarrão ou arroz?