Vertaling van trek

Inhoud:

Nederlands
Portugees
eetlust [m], hongerigheid [v], graagte, trek {zn.}
apetite
gana
desfastio
desejo
Het is jouw schuld dat ik mijn eetlust kwijt ben.
Graças a você eu perdi meu apetite.
ruk, trek {zn.}
tiragem
gelaatstrek [m], trek, karaktertrek {zn.}
linha
traço
feição
haal, teug, trek {zn.}
tiragem
tração
tirada
aanhalen, trekken, aantrekken {ww.}
atrair
aftrekken, laten trekken, zetten, trekken {ww.}
colocar em infusão
infundir
trekken {ww.}
puxar
tirar
sacar
boegseren, slepen, trekken, voorttrekken {ww.}
levar de rastos
puxar
arrastar
trasseren, trekken {ww.}
sacar

ik trek

trekken, een streep trekken {ww.}
riscar
traçar
tracejar

ik trek

tekenen, aftekenen, trekken, uittekenen {ww.}
descrever
desenhar
traçar

ik trek

ontlokken, tappen, trekken, te voorschijn trekken, uithalen {ww.}
tirar fora

ik trek

hinken, kreupel lopen, mank lopen, slecht functioneren, trekken {ww.}
capengar
coxear

ik trek

rondreizen, trekken, rondtrekken, zwerven {ww.}
correr terras
transmigrar

ik trek