Vertaling van wanneer
na suposição de
no caso de
se
Voorbeelden in zinsverband
Vanaf wanneer?
Desde quando?
Wanneer begint het spel?
Que horas o jogo vai começar?
Wanneer kunnen we eten?
Quando podemos comer?
Wanneer zijn jullie geboren?
Quando você nasceu?
Wanneer vertrekt ge?
Quando você vai partir?
Weet je, wanneer ze komt?
Você sabe quando ela virá?
Wanneer kan ik hier zwemmen?
Quando posso nadar aqui?
Wanneer werd deze roman uitgegeven?
Quando foi publicado este romance?
Wanneer was je ermee klaar?
Quando você terminou?
Wanneer is mijn broers verjaardag?
Quando é o aniversário do meu irmão?
Ik weet niet wanneer zij kan komen.
Eu não sei quando ela pode vir.
IJs wordt water wanneer het smelt.
Quando o gelo se derrete, vira água.
Wanneer keert ge terug naar Italië?
Quando você retorna à Itália?
Vraag hem wanneer het volgende vliegtuig gaat.
Pergunte-lhe quando sai o próximo avião.
Ah, wanneer ontmoeten ze elkaar weer?
Ah, quando eles se encontrarão novamente?