Vertaling van aangaan

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
aangaan, denderen, rommelen, rumoeren, te keer gaan, leven maken, lawaai maken {ww.}
larma
ramla
bullra
aangaan, betreffen, gelden, raken {ww.}
beträffa
aangaan, formeren, vormen {ww.}
formera
dana
forma
bilda


Gerelateerd aan aangaan

denderen - rommelen - rumoeren - te keer gaan - leven maken - lawaai maken - betreffen - gelden - raken - formeren - vormen