Vertaling van raken

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
raken, worden {ww.}
bliva
bli
aangaan, betreffen, gelden, raken {ww.}
beträffa
aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
beröra


Gerelateerd aan raken

worden - aangaan - betreffen - gelden - aankomen - aanraken - beroeren - toucheren