Vertaling van bevestigen

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen {ww.}
fästa
befästa
beamen, bevestigen, ja zeggen, toestemmen {ww.}
jaka
bejaka


Gerelateerd aan bevestigen

bepalen - fixeren - tuigeren - vastmaken - vaststellen - beamen - ja zeggen - toestemmen