Vertaling van gevaar
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
gevaar, nood, onraad, perikel {zn.}
fara
våda
våda
Dat zal je in gevaar brengen.
Det kommer försätta dig i fara.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Zweeds
Dat zal je in gevaar brengen.
Det kommer försätta dig i fara.
Hij is zich van het gevaar bewust.
Han är medveten om faran.