Vertaling van haar
sitt
Voorbeelden in zinsverband
Ik kuste haar op haar voorhoofd.
Jag kysste henne på pannan.
Zij fronste haar wenkbrouwen.
Hon rynkade pannan.
Hij knuffelde haar.
Han kramade henne.
Ik hou van haar.
Jag älskar henne.
Hij houdt van haar.
Han älskar henne.
Ik ken haar helemaal niet.
Jag känner henne inte alls.
Morgen is het haar verjaardag.
Imorgon fyller hon år.
Ze vroeg me om op haar baby te passen tijdens haar afwezigheid.
Hon bad mig att se efter hennes bebis medans hon var borta.
Ze hielp haar vader bij het werk in de tuin.
Hon hjälpte sin far med trädgårdsarbetet.
Ik ben het beu om naar haar gezaag te luisteren.
Jag orkar inte lyssna mer på hennes klagomål.
Neem contact op met haar als u vragen hebt.
Kontakta henne om du har några frågor.
Ze zei dat ze goede vrienden van haar waren.
Hon sa att de var goda vänner till henne.
Ze heeft haar kinderen in de steek gelaten.
Hon övergav sina barn.
Ik zou niet graag in haar schoenen willen staan.
Jag skulle inte vilja vara i hennes skor.
Ze kon haar dochter er niet van weerhouden om uit te gaan.
Hon kunde inte hindra sin dotter från att gå ut.