Vertaling van plaats

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
erf [o], binnenplaats [v], hof [o], plaats [v] {zn.}
gårdstomt
gård
dorp [o], plaats [v] {zn.}
by
Wat is het verschil tussen een dorp en een stad?
Vad är det för skillnad mellan en by och en stad?
stad [v], plaats [v] {zn.}
stad
lokaal, plaats [v], plek, oord {zn.}
ort
lokaliteit [v], oord, plaats [v], ruimte, zetel [m] {zn.}
ort
ambt [o], baan [v], betrekking [v], werkkring [m], plaats [v], functie {zn.}
ämbete
stad [v], stadje [o], plaats [v] {zn.}
köping
leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
ställa
sätta
lägga


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.

Vi använder ätpinnar istället för kniv och gaffel.

Dan ga ik wel Sudoku spelen, in plaats van jou nog verder te storen.

Jag spelar Sudoku då istället för att fortsätta störa dig.

Mary ziet er niet zo erg vriendelijk uit, maar ze heeft het hart op de juiste plaats.

Mary ser ovänlig ut, men egentligen har hon ett gott hjärta.


Gerelateerd aan plaats

erf - binnenplaats - hof - dorp - stad - lokaal - plek - oord - lokaliteit - ruimte - zetel - ambt - baan - betrekking - werkkring