Vertaling van schonk

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
been [o], bot [o], knok [m], schonk [v], graat [v] {zn.}
ben
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
Hunden var upptagen med att gräva ner sitt ben i trädgården.
gieten, plengen, schenken, storten, vergieten {ww.}
hälla
stöpa
gjuta
cadeau geven, schenken {ww.}
skänka


Gerelateerd aan schonk

been - bot - knok - graat - gieten - plengen - schenken - storten - vergieten - cadeau geven