Vertaling van schouw

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
bak [m], overzetboot, pont, pontveer, schouw, veerboot, veerpont {zn.}
färja
inspecteren, inspectie houden, schouwen, visiteren {ww.}
inspektera
besiktiga
blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
titta
kika
skåda
beskåda