Vertaling van toegeven

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
toegeven {ww.}
medge
toegeven, afstaan, wijken {ww.}
cedere
bijdoen, bijmengen, bijvoegen, toegeven, toevoegen {ww.}
bifoga
bekennen, biechten, erkennen, toegeven {ww.}
bikta
skrifta sig
bekänna
bekennen, erkennen, toegeven {ww.}
bekänna


Gerelateerd aan toegeven

afstaan - wijken - bijdoen - bijmengen - bijvoegen - toevoegen - bekennen - biechten - erkennen