Vertaling van wijken
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
toegeven, afstaan, wijken {ww.}
cedere
'm smeren, verdwijnen, wijken, verzwinden, zwinden {ww.}
försvinna
buurt , wijk (mv. wijken), stadswijk {zn.}
kvarter
gracht, kanaal , vaart, wijk (mv. wijken) {zn.}
kanal
grav
grav