Vertaling van totaal
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
bedrag , som, somma, summa, totaal, totaalbedrag, totaalcijfer {zn.}
summa
belopp
belopp
compleet, totaal, vol, volkomen, volledig {bn.}
full
geheel, algeheel, totaal {bn.}
total
finaal, heel, geheel, helemaal, totaal, volkomen, volledig {bw.}
alldeles