Vertaling van vol

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
verzadigd, vol, zat {bn.}
mätt
compleet, gans, heel, geheel, vol, volkomen, volslagen {bn.}
hel
compleet, totaal, vol, volkomen, volledig {bn.}
full


Gerelateerd aan vol

verzadigd - zat - compleet - gans - heel - geheel - volkomen - volslagen - totaal - volledig