Vertaling van zat

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
verzadigd, vol, zat {bn.}
mätt
beschonken, dronken, zat {bn.}
berudsad
drucken
full
rusig
zitten {ww.}
sitta


Gerelateerd aan zat

verzadigd - vol - beschonken - dronken - zitten