Vertaling van verbinden

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
combineren, samenvoegen, verbinden {ww.}
ansluta
aansluiten, verbinden {ww.}
ansluta
aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
snöra
binda


Gerelateerd aan verbinden

combineren - samenvoegen - aansluiten - binden - vastbinden - vastmaken