Vertaling van vliet

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
beek [v], wetering [v], kreek [v], vliet [m] {zn.}
å
bäck
lopen, stromen, vlieten, vloeien {ww.}
strömma
rinna


Gerelateerd aan vliet

beek - wetering - kreek - lopen - stromen - vlieten - vloeien