Vertaling van assistir

Inhoud:

Portugees
Nederlands
assistir, estar presente {ww.}
aanwezig zijn bij
bijwonen 
aanwezig zijn
ajudar, assistir {ww.}
helpen 
ter zijde staan
bijstaan 
assisteren 
Você poderia me ajudar?
Kunt u me helpen?
"Alguém pode me ajudar?" "Eu posso."
"Kan iemand mij helpen?" "Ik zal helpen."


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Vamos assistir televisão aqui.

Laten we hier televisiekijken.

Gostaria de assistir à TV.

Ik zou graag tv kijken.

Maria gosta de assistir TV.

Maria kijkt graag TV.

É hora de parar de assistir à televisão.

Het is tijd dat je stopt met televisie kijken.

Você gostaria de assistir um filme amanhã à noite?

Heb je zin om naar een film te gaan morgenavond?


Gerelateerd aan assistir

estar presente - ajudar