Vertaling van descer

Inhoud:

Portugees
Nederlands
descer, esconder-se, pôr-se {ww.}
ondergaan
descer, subir, trepar {ww.}
klimmen
klauteren
Ursos conseguem subir em árvores.
Een beer kan in een boom klimmen.
descer {ww.}
naar beneden gaan 
zinken 
afdalen 


Gerelateerd aan descer

esconder-se - pôr-se - subir - trepar