Vervoeging van mention
Onbepaalde wijs (infinitief): to mention
				
				Engels
Nederlands
Present
- I mention
 - you mention
 - he/she/it mentions
 - we mention
 - you mention
 - they mention
 
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik noem
 - jij noemt
 - hij/zij/het noemt
 - wij noemen
 - jullie noemen
 - zij noemen
 
Simple past
- I mentioned
 - you mentioned
 - he/she/it mentioned
 - we mentioned
 - you mentioned
 - they mentioned
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik noemde
 - jij noemde
 - hij/zij/het noemde
 - wij noemden
 - jullie noemden
 - zij noemden
 
Present perfect
- I have mentioned
 - you have mentioned
 - he/she/it has mentioned
 - we have mentioned
 - you have mentioned
 - they have mentioned
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb genoemd
 - jij hebt genoemd
 - hij/zij/het heeft genoemd
 - wij hebben genoemd
 - jullie hebben genoemd
 - zij hebben genoemd
 
Past perfect
- I had mentioned
 - you had mentioned
 - he/she/it had mentioned
 - we had mentioned
 - you had mentioned
 - they had mentioned
 
Voltooid verleden tijd
- ik had genoemd
 - jij had genoemd
 - hij/zij/het had genoemd
 - wij hadden genoemd
 - jullie hadden genoemd
 - zij hadden genoemd
 
Future
- I will mention
 - you will mention
 - he/she/it will mention
 - we will mention
 - you will mention
 - they will mention
 
Toekomende tijd I
- ik zal noemen
 - jij zult noemen
 - hij/zij/het zal noemen
 - wij zullen noemen
 - jullie zullen noemen
 - zij zullen noemen
 
Future perfect
- I will have mentioned
 - you will have mentioned
 - he/she/it will have mentioned
 - we will have mentioned
 - you will have mentioned
 - they will have mentioned
 
Toekomende tijd II
- ik zal genoemd hebben
 - jij zult genoemd hebben
 - hij/zij/het zal genoemd hebben
 - wij zullen genoemd hebben
 - jullie zullen genoemd hebben
 - zij zullen genoemd hebben
 
Conditional present
- I would mention
 - you would mention
 - he/she/it would mention
 - we would mention
 - you would mention
 - they would mention
 
Conditionalis I
- ik zou noemen
 - jij zou noemen
 - hij/zij/het zou noemen
 - wij zouden noemen
 - jullie zouden noemen
 - zij zouden noemen
 
Conditional perfect
- I would have mentioned
 - you would have mentioned
 - he/she/it would have mentioned
 - we would have mentioned
 - you would have mentioned
 - they would have mentioned
 
Conditionalis II
- ik zou hebben genoemd
 - jij zou hebben genoemd
 - hij/zij/het zou hebben genoemd
 - wij zouden hebben genoemd
 - jullie zouden hebben genoemd
 - zij zouden hebben genoemd
 
Imperative
- you mention
 - you mention
 
Imperatief
- jij noem
 - jullie noemt