Vervoeging van begraven

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik begraaf
    • jij begraaft
    • hij/zij/het begraaft
    • wij begraven
    • jullie begraven
    • zij begraven
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik begroef
    • jij begroef
    • hij/zij/het begroef
    • wij begroeven
    • jullie begroeven
    • zij begroeven
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb begraven
    • jij hebt begraven
    • hij/zij/het heeft begraven
    • wij hebben begraven
    • jullie hebben begraven
    • zij hebben begraven
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had begraven
    • jij had begraven
    • hij/zij/het had begraven
    • wij hadden begraven
    • jullie hadden begraven
    • zij hadden begraven
  • Toekomende tijd I

    • ik zal begraven
    • jij zult begraven
    • hij/zij/het zal begraven
    • wij zullen begraven
    • jullie zullen begraven
    • zij zullen begraven
  • Toekomende tijd II

    • ik zal begraven hebben
    • jij zult begraven hebben
    • hij/zij/het zal begraven hebben
    • wij zullen begraven hebben
    • jullie zullen begraven hebben
    • zij zullen begraven hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou begraven
    • jij zou begraven
    • hij/zij/het zou begraven
    • wij zouden begraven
    • jullie zouden begraven
    • zij zouden begraven
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben begraven
    • jij zou hebben begraven
    • hij/zij/het zou hebben begraven
    • wij zouden hebben begraven
    • jullie zouden hebben begraven
    • zij zouden hebben begraven
  • Imperatief

    • jij begraaf
    • jullie begraaft

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van begraven