Vervoeging van bekostigen
Onbepaalde wijs (infinitief): bekostigen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bekostig
- jij bekostigt
- hij/zij/het bekostigt
- wij bekostigen
- jullie bekostigen
- zij bekostigen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bekostigde
- jij bekostigde
- hij/zij/het bekostigde
- wij bekostigden
- jullie bekostigden
- zij bekostigden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bekostigd
- jij hebt bekostigd
- hij/zij/het heeft bekostigd
- wij hebben bekostigd
- jullie hebben bekostigd
- zij hebben bekostigd
Voltooid verleden tijd
- ik had bekostigd
- jij had bekostigd
- hij/zij/het had bekostigd
- wij hadden bekostigd
- jullie hadden bekostigd
- zij hadden bekostigd
Toekomende tijd I
- ik zal bekostigen
- jij zult bekostigen
- hij/zij/het zal bekostigen
- wij zullen bekostigen
- jullie zullen bekostigen
- zij zullen bekostigen
Toekomende tijd II
- ik zal bekostigd hebben
- jij zult bekostigd hebben
- hij/zij/het zal bekostigd hebben
- wij zullen bekostigd hebben
- jullie zullen bekostigd hebben
- zij zullen bekostigd hebben
Conditionalis I
- ik zou bekostigen
- jij zou bekostigen
- hij/zij/het zou bekostigen
- wij zouden bekostigen
- jullie zouden bekostigen
- zij zouden bekostigen
Conditionalis II
- ik zou hebben bekostigd
- jij zou hebben bekostigd
- hij/zij/het zou hebben bekostigd
- wij zouden hebben bekostigd
- jullie zouden hebben bekostigd
- zij zouden hebben bekostigd
Imperatief
- jij bekostig
- jullie bekostigt