Vervoeging van droogvallen

Onbepaalde wijs (infinitief): droogvallen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het valt droog
    • zij vallen droog
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het viel droog
    • zij vielen droog
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is drooggevallen
    • zij zijn drooggevallen
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was drooggevallen
    • zij waren drooggevallen
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal droogvallen
    • zij zult droogvallen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal drooggevallen zijn
    • zij zult drooggevallen zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal droogvallen
    • zij zullen droogvallen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn drooggevallen
    • zij zullen zijn drooggevallen

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van droogvallen